Blog Post

Wat is er met het vakantiegeld gebeurd?

Linda van der Aa • jun. 07, 2016

De laatste tijd bereiken ons regelmatig vragen over de loonheffing met betrekking tot het vakantiegeld. “ Bruto krijg ik meer dan vorig jaar, maar netto hou ik een stuk minder over. Hoe kan dit?”. Dit kan twee oorzaken hebben, namelijk het vervallen van de voordeelregel per 1-1-2016 en/of het wijzigen van de schijven en percentages voor het bijzondere tarief.

Voordeelregel

Loonbelasting is een voorheffing van de inkomstenbelasting. In zekere zin streeft de belastingdienst ernaar dat beide heffingen zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Helemaal lukken zal dit nooit, omdat in de loonbelasting de heffing periodiek wordt vastgesteld aan de hand van de tabellen en in de inkomstenbelasting op jaarbasis. Voor het tarief bijzonder beloning wordt daarnaast ook nog uitgegaan van het jaarloon van voorgaand jaar. Wijkt dit inkomen (veel) af van het huidige inkomen dan kan er uiteindelijk een ander tarief van toepassing zijn.

Uitgangspunt bij de berekening van loonheffing is, dat voor “normale” beloningen een periodetabel wordt toegepast. Als gelijktijdig met die normale beloning ook een bijzondere beloning wordt uitbetaald, wordt voor de loonheffing over die bijzondere beloning een bijzonder-tarief-percentage gehanteerd. Voor de berekening van de uiteindelijke totale loonheffing worden beide componenten van loonheffing samengeteld.

Bij toepassing van de voordeelregel werd het bijzondere inkomen in een bepaalde periode niet belast tegen het geldende bijzonder tarief. In plaats daarvan werd het bijzondere inkomen bij het normale inkomen geteld, en werd over het geheel loonheffing berekend volgens de periodetabel. Als de berekende loonheffing lager was dan de hiervoor beschreven totale loonheffing uit twee componenten, mocht de werkgever deze lagere loonheffing hanteren. Dit noemden we de voordeelregel.

Om de loonbelasting beter aan te laten sluiten bij de inkomstenbelasting heeft men de voordeelregel laten vervallen per 1-1-2016.

Tarieven

Sinds enkele jaren worden bepaalde heffingskortingen afgebouwd naarmate iemands inkomen hoger wordt. Dat is al die jaren al in de periodetabel verwerkt. Vanaf 2015 is die afbouw ook in de tabel bijzonder tarief verwerkt. Als de afbouw van heffingskortingen niet voldoende wordt verrekend kan een medewerker een bedrag via de inkomstenbelasting terug moeten betalen.

Door de afbouw van de heffingskortingen betaal je dus meer belasting over extra’s als vakantiegeld, bonussen en de eindejaarsuitkering. Hoe hoger je loon, hoe lager de korting en des te meer belasting je dus moet betalen.

In onderstaande tabel hebben we de tarieven bijzondere beloning van 2015 vergeleken met die in 2016 (met loonheffingskorting en jonger dan AOW-leeftijd).


2015 2016
Jaarloon Standaard Verrekening Totaal jaarloon Standaard Verrekening Totaal
6351 36,50 0 36,50 6451 36,95 -1,79 35,16
19823 42,00 2,32 44,32 9871 36,95 -27,70
49771 42,00 6,32 48,32 18296 36,95 0 36,95
56936 42,00 4,00 46,00 19923 40,20 4,82 45,02
57586 52,00 4,00 56,00 34016 40,20 8,82 49,02
100671 52,00 0,00 52,00 66422 52,00 4,00 56,00
120518 52,00 0,00 52,00

In de tabel is duidelijk zichtbaar dat bij een gelijkblijvend jaarloon het tarief bijzondere beloning behoorlijk kan variëren.

Uiteindelijk zorgen het wegvallen van de voordeelregel en het wijzigen van de percentages bijzonder tarief voor een andere NETTO vakantiegeld. Echter bij de aangifte IB zou dit dan minder vaak moeten betekenen dat een medewerker een naheffing krijgt.

door Linda van der Aa 12 jul., 2023
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 12 jul., 2023
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2022/2023 loopt van 2 juni 2023 tot en met uiterlijk 16 september 2023 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door Linda van der Aa 30 nov., 2022
Wettelijk minimumloon januari 2023
door Linda van der Aa 21 jun., 2022
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2021/2022 loopt van 2 juni 2022 tot en met uiterlijk 16 september 2022 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Weken die door bv COVID -19 niet zijn gewerkt en begeleid tellen bij wijze van uitzondering wel mee! Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door Linda van der Aa 21 jun., 2022
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 22 nov., 2021
Fiscaal gunstige keuzes die u heeft bij Sinterklaas en Kerst
door Linda van der Aa 22 nov., 2021
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 28 jul., 2021
Door de verhoging is het minimumloon voor een werknemers van 21 jaar en ouder € 1.701 per maand, € 392,55 per week en € 78,51 per dag. De bedragen voor het wettelijk minimumloon gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Om het minimumloon per uur te berekenen, moet het minimumloon per week gedeeld worden door het aantal uren dat een fulltime werkweek bedraagt. In de onderstaande tabel vindt u deze minimumuurlonen per 1 juli 2021. Geldt in uw organisatie een ander aantal uren als fulltime, dan deelt u het minimumloon per week door dat aantal uren. De nieuwe tabel vindt u op hier .
door Linda van der Aa 28 jul., 2021
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2020/2021 loopt van 2 juni 2021 tot en met uiterlijk 16 september 2020 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Weken die door bv COVID -19 niet zijn gewerkt en begeleid tellen bij wijze van uitzondering wel mee! Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door KWIS 28 jul., 2021
Vanaf 1 augustus worden de premiepercentages van de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds voor de rest van het jaar 2021 verlaagd. De reden hiervan is het intrekken van de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Voor beide premiepercentages geldt een daling van 2,36%: Het premiepercentage van de lage premie – over het loon van werknemers met een vast contract – wordt verlaagd van 2,7% naar 0,34%. Het premiepercentage over het loon van andere werknemers daalt van 7,7% naar 5,34%. Het verschil moet wettelijk gehandhaafd blijven op 5%. De verlaging geldt voor het loon dat een medewerker vanaf 1 augustus geniet. Voor werkgevers die per vier weken de aangifte loonheffingen doen, geldt de verlaging voor loon dat vanaf 16 augustus 2021 (periode 9) wordt genoten. Als een werkgever de Awf-premie van laag naar hoog moet herzien, moet hij het hoge premiepercentage betalen dat gold in het tijdvak waarover hij de eerdere aangifte deed. In de wet WAB is bepaald dat u alsnog de hoge WW-premie moet betalen als: u uw werknemer meer uren betaalt dan in zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen, en; het verschil met de verloonde uren meer dan 30% is. Deze herziening is voor 2021 wederom opgeschort!
Show More
Share by: