De laatste tijd bereiken ons regelmatig vragen over de loonheffing met betrekking tot het vakantiegeld. “ Bruto krijg ik meer dan vorig jaar, maar netto hou ik een stuk minder over. Hoe kan dit?”. Dit kan twee oorzaken hebben, namelijk het vervallen van de voordeelregel per 1-1-2016 en/of het wijzigen van de schijven en percentages voor het bijzondere tarief.

Voordeelregel

Loonbelasting is een voorheffing van de inkomstenbelasting. In zekere zin streeft de belastingdienst ernaar dat beide heffingen zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Helemaal lukken zal dit nooit, omdat in de loonbelasting de heffing periodiek wordt vastgesteld aan de hand van de tabellen en in de inkomstenbelasting op jaarbasis. Voor het tarief bijzonder beloning wordt daarnaast ook nog uitgegaan van het jaarloon van voorgaand jaar. Wijkt dit inkomen (veel) af van het huidige inkomen dan kan er uiteindelijk een ander tarief van toepassing zijn.

Uitgangspunt bij de berekening van loonheffing is, dat voor “normale” beloningen een periodetabel wordt toegepast. Als gelijktijdig met die normale beloning ook een bijzondere beloning wordt uitbetaald, wordt voor de loonheffing over die bijzondere beloning een bijzonder-tarief-percentage gehanteerd. Voor de berekening van de uiteindelijke totale loonheffing worden beide componenten van loonheffing samengeteld.

Bij toepassing van de voordeelregel werd het bijzondere inkomen in een bepaalde periode niet belast tegen het geldende bijzonder tarief. In plaats daarvan werd het bijzondere inkomen bij het normale inkomen geteld, en werd over het geheel loonheffing berekend volgens de periodetabel. Als de berekende loonheffing lager was dan de hiervoor beschreven totale loonheffing uit twee componenten, mocht de werkgever deze lagere loonheffing hanteren. Dit noemden we de voordeelregel.

Om de loonbelasting beter aan te laten sluiten bij de inkomstenbelasting heeft men de voordeelregel laten vervallen per 1-1-2016.

Tarieven

Sinds enkele jaren worden bepaalde heffingskortingen afgebouwd naarmate iemands inkomen hoger wordt. Dat is al die jaren al in de periodetabel verwerkt. Vanaf 2015 is die afbouw ook in de tabel bijzonder tarief verwerkt. Als de afbouw van heffingskortingen niet voldoende wordt verrekend kan een medewerker een bedrag via de inkomstenbelasting terug moeten betalen.

Door de afbouw van de heffingskortingen betaal je dus meer belasting over extra’s als vakantiegeld, bonussen en de eindejaarsuitkering. Hoe hoger je loon, hoe lager de korting en des te meer belasting je dus moet betalen.

In onderstaande tabel hebben we de tarieven bijzondere beloning van 2015 vergeleken met die in 2016 (met loonheffingskorting en jonger dan AOW-leeftijd).


2015 2016
Jaarloon Standaard Verrekening Totaal jaarloon Standaard Verrekening Totaal
6351 36,50 0 36,50 6451 36,95 -1,79 35,16
19823 42,00 2,32 44,32 9871 36,95 -27,70
49771 42,00 6,32 48,32 18296 36,95 0 36,95
56936 42,00 4,00 46,00 19923 40,20 4,82 45,02
57586 52,00 4,00 56,00 34016 40,20 8,82 49,02
100671 52,00 0,00 52,00 66422 52,00 4,00 56,00
120518 52,00 0,00 52,00

In de tabel is duidelijk zichtbaar dat bij een gelijkblijvend jaarloon het tarief bijzondere beloning behoorlijk kan variëren.

Uiteindelijk zorgen het wegvallen van de voordeelregel en het wijzigen van de percentages bijzonder tarief voor een andere NETTO vakantiegeld. Echter bij de aangifte IB zou dit dan minder vaak moeten betekenen dat een medewerker een naheffing krijgt.

door Linda van der Aa 2 juli 2025
Handige weetjes: Wanneer u als werkgever zelf een BBL-leerling invoert in NMBRS, ontvangen wij graag van u een seintje, samen met het contract/praktijkovereenkomst. Dit i.v.m. het toepassen van de juiste ( lagere) WW-premie bij de leerling. Lage-inkomensvoordeel (LIV): Het LIV is per 1 januari 2025 afgeschaft, maar de uitbetaling van het LIV 2024 vindt nog wel plaats in juli/augustus 2025. Geen LKV meer voor oudere werknemers. Werkgevers die een werknemer van 56 jaar of ouder in dienst nemen, kunnen vanaf 1 januari 2026 geen loonkostenvoordeel (LKV) meer krijgen. Dit geldt voor werknemers die op of na 1 januari 2024 bij de werkgever in dienst zijn gekomen. Voor werknemers die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden.
door Linda van der Aa 2 juli 2025
Team nieuws Venlo : Per mei is Frans Stammen niet meer werkzaam op ons kantoor in Venlo. Simone van Gardingen is per juni begonnen aan een nieuwe uitdaging in haar carrière. Wij wensen hun veel succes en plezier met hun nieuwe stap. In mei is ons team Venlo uitgebreid met Patrick Briels . Daarnaast is er ook nog babynieuws: Deveny is in mei moeder geworden van een gezonde zoon, genaamd Oos!
door Linda van der Aa 2 juli 2025
Rapportagetool
door Linda van der Aa 1 juli 2025
Zomervakantie De zomervakantie staat voor de deur. Ook wij gaan dan ontspannen met onze gezinsleden waardoor de bezetting minimaal zal zijn. Om alle verwerkingen in goede banen te leiden en mutaties tijdig te kunnen verwerken, verzoeken wij u om, zodra de mutaties bekend zijn, dit aan ons door te geven. Hoe eerder, hoe makkelijker! LET op: Week 31 en 32 beperkt bereikbaar. Ons kantoor is dan fysiek gesloten en we zullen dan alleen per email bereikbaar zijn!!
door Linda van der Aa 1 juli 2025
CAO verhogingen in juli: Bakkersbedrijven (ambachtelijk): 2% Bouw & Infra: 1% Geestelijke gezondheidszorg: 1% Grafimedia: 4% Horeca (KHN): functiegroep I+II stijging wettelijk minimumloon, III t/m XI 1% verhoging basis- eindlonen. Levensmiddelen detailhandel: 1,5% Recreatie: 0-2% afhankelijk van de inflatie/ consumentenprijsindex Retail non food: stijging wettelijk minimumloon Textielverzorging: verhoging uurlonen €0,60 Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT): 4% Het is belangrijk om de specifieke cao van je sector te raadplegen voor de exacte afspraken over loonsverhogingen.
door Linda van der Aa 1 juli 2025
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Wilt u als werkgever een praktijk- of werkleerplaats aanbieden, zodat mensen beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt? De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die u maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Ook de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio) komen voor subsidie in aanmerking. Hoogte is maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Niet elke opleiding, onderwijsvorm of leerweg komt in aanmerking. De voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, verschillen per onderwijscategorie. Lees de voorwaarden per onderwijscategorie hier . Enkele voorwaarden: U als werkgever van een vmbo-leerling, pro-leerling, vso-leerling, mbo-bbl-student of een hbo-student beschikt over de volgende stukken in de administratie: een (praktijkleer)overeenkomst die door alle noodzakelijke partijen is getekend; een aanwezigheidsregistratie van de student bij de beroepspraktijkvorming op dag- of weekbasis. Dit kan bijvoorbeeld een uitdraai uit het digitaal tijdschrijfsysteem zijn, een presentielijst, of een geldig arbeidscontract samengaand met een afwezigheidsregistratie, zolang deze de aanwezigheid van de student in voldoende mate aantoont. De aanwezigheidsuren op school gelden niet als bewijs; een administratie waaruit blijkt dat begeleiding heeft plaatsgevonden (de voortgang van de beroepsvorming) en de wijze waarop het deel van de leerdoelen/kwaliteiten/kwalificaties met betrekking tot de beroepsvorming is behaald. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een (BPV-)werkboek van de student, gemaakte opdrachten in het kader van de opleiding of tussentijdse gespreks-, beoordelings- en evaluatieverslagen. Bewaarplicht van relevante documenten gedurende 5 jaar na het studiejaar waarvoor subsidie is verstrekt Een aanvraag indienen kan vanaf 2 juni 2025 9:00 uur tot en met 17 september 2025 , 17:00 uur voor het studiejaar 2024-2025. U vraagt de subsidie aan het eind van een school- of studiejaar aan, na afloop van de begeleiding.
door Linda van der Aa 30 juni 2025
Het wettelijk minimumuurloon gaat per 1 juli 2025 omhoog van € 14,06 bruto naar € 14,40. Dit is een stijging van 2,42% ten opzichte van het minimumloon van €14,06 per uur dat tot 1 juli 2025 gold. De stijging geldt ook voor uitkeringen zoals de AOW, bijstand en WIA. Alle werknemers vanaf 21 jaar hebben recht op het wettelijk minimumloon. Dit is het loon dat iedereen die werkt minimaal moet ontvangen. Voor jongere werknemers geldt het minimumjeugdloon. Klik hier voor de tabel minimumloon per uur naar leeftijd per 1 juli 2025
door Linda van der Aa 25 november 2024
This is a subtitle for your new post
door Linda van der Aa 25 november 2024
Het wettelijk minimumuurloon gaat per 1 januari 2025 omhoog van € 13,68 bruto naar € 14,06. Elk half jaar wordt het minimumloon geïndexeerd, waardoor het minimumloon meestijgt met de cao-lonen. Dit keer bedraagt de indexatie 2,75 procent. Per 2024 zijn de vaste minimum maand-, week- en daglonen verdwenen en geldt voor elke werknemer hetzelfde minimumuurloon. Het minimumuurloon wordt sindsdien altijd gebaseerd op een arbeidsomvang van 36 uur per week. De reden om die wijziging in te voeren was, dat het minimumuurloon voorheen gekoppeld was aan de fulltime werkweek in een bepaalde sector. In sommige sectoren is dit 36 uur, in anderen 40 uur. Daardoor viel het minimumuurloon in bepaalde sectoren lager uit dan in andere. Klik hier voor de bedragen per leeftijdscategorie.
door Linda van der Aa 25 november 2024
This is a subtitle for your new post
Show More