De tijd vliegt…………1 oktober 2016 is het zo! Omdat enige haast geboden is zal ik niet volledig uitweiden over de veranderingen op het vlak van WGA en eigenrisicodragerschap. Hierover heeft u waarschijnlijk al genoeg gelezen en gehoord.

Wijzigingen

Op 1 januari 2017 treedt er een drietal wijzigingen op in het hybride stelsel van de WGA.

  • Allereerst vindt er een samenvoeging plaats van de verzekeringen WGA voor vaste dienstverbanden (WGA-vast) en de WGA voor flexibele dienstverbanden (WGA-flex). Werkgevers moeten hierdoor de afweging maken of zij zich voor het totale pakket WGA-vast en -flex verzekeren bij UWV of dat zij hiervoor eigenrisicodrager worden. Wordt u eigenrisicodrager voor de totale WGA dan geldt dat lopende WGA-flexuitkeringen met een eerste ziektedag vóór 1 januari 2017 als staartlasten bij het UWV mogen achterblijven.
  • Ten tweede mogen nieuwe eigenrisicodragers vanaf 1 januari 2017 zowel lopende WGA-flex als WGA-vast uitkeringen achterlaten bij het aangaan van het eigenrisicodragerschap.
  • Tot slot gaat voor werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap terugkeren bij UWV een nieuwe terugkeerpremie gelden. Voor deze werkgevers wordt bij de publieke premieberekening WGA ook rekening gehouden met WGA-uitkeringen uit het verleden.

Door deze wetswijzigingen is het verstandig om uw keuze tussen het UWV en een private assuradeur te heroverwegen.

Overwegingen om eigenrisicodrager te worden / blijven:

  1. Premie / kosten
    Het UWV maakt onderscheid in de premieberekening tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven.
    Klein : Loonsom lager dan € 322.000: u betaalt aan het UWV een vaste sectorpremie via de loonaangifte. Het voordeel van de UWV-premie voor deze groep is dat de schommelingen in premie waarschijnlijk beperkt zullen zijn, omdat de premie gebaseerd is op de gemiddelde WGA-instroom van de gehele sector.
    Middelgroot : Loonsom tussen € 322.000 en € 3.220.000: u betaalt deels een vaste premie gebaseerd op het sectorgemiddelde en deels een individuele premie. Hoe hoger de loonsom, hoe hoger het aandeel van de individuele premie.
    Groot : Loonsom meer dan € 3.220.000: u betaalt een individuele premie, gebaseerd op de instroom in de WGA van uw eigen (ex-)werknemers. De minimumpremie 2017 WGA bedraagt 0,18% en de maximumpremie 2,96%.
  2. Zelf de regie voeren bij verzuim en re-integratie of uitbesteden.
    Private verzekeraars pretenderen om samen met de werkgever beter in staat te zijn om een actieve bijdrage te leveren aan een goed verzuimbeleid.

Welke scenario’s kunnen we bedenken en welke deadlines komen dan inzicht?

  • U bent nu eigen risicodrager voor de WGA-vast en wil dat handhaven.
    U zult dan in 2017 ook eigen risico-drager zijn voor de WGA-flex. Daarnaast zullen vele assuradeuren eisen dat u ook eigen risico-drager wordt voor de ZW-flex en een bepaalde soort ziekteverzuim-verzekering afsluit. Alleen zo kunnen ze samen met u en alle instrumentaria ervoor zorgen dat het ziekteverzuim laag blijft/wordt en de instroom in eventuele ZW en WGA minimaal. Raadpleeg dus goed de eisen en voorwaarden van de assuradeuren.Accepteert u hun aanbod dan dient u eventueel bij de belastingdienst voor 1 oktober 2016 uw eigen risicodragerschap voor de ZW-flex aan te vragen en voor 31-12-2016 een nieuwe garantieverklaring van de assuradeur of een bankgarantie voor te leggen bij de belastingdienst.
  • U bent nu geen eigenrisicodrager voor de WGA-vast, maar wilt dit in 2017 wel!
    U dient voor 1 oktober 2016 uw aanvraag voor het eigen risico-dragerschap bij de belastingdienst in te sturen. Tevens zult u voor 31-12-2016 een garantieverklaring van de assuradeur of een bankgarantie voor te leggen bij de belastingdienst.
  • U bent nu eigen eigenrisicodrager voor de WGA-vast, maar wilt terug naar het publieke stelsel.
    Doet u niets dan bent u per 1 januari 2017 automatisch verzekerd voor de WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex bij het UWV. U gaat dan dus terug naar de publieke verzekering. Uw huidige assuradeur op de hoogte brengen van deze beslissing willen wij u wel adviseren.
  • U bent nu geen eigenrisicodrager voor de WGA-vast en wilt ook in het publieke stelsel blijven.
    Hiervoor is geen actie van uw zijde vereist.

Eindbeschouwing

Al met al en lastige keuze, maar laat u niet gek maken door de deadline van 1 oktober 2016. Lukt het niet om alle informatie op tijd ter beschikking te krijgen om een weloverwogen beslissing te nemen dan kunt u altijd per 1 juli 2017 eigen risicodrager worden of terugkeren naar het UWV. U kunt uw bedrijf aan- (of af)melden bij de Belastingdienst op twee momenten in het jaar, vóór 1 april of vóór 1 oktober. U wordt dan respectievelijk per 1 juli of per 1 januari eigenrisicodrager of niet. Daar waar een nieuwe garantieverklaring nodig is, regel dit op tijd, omdat een terugkeer naar het UWV altijd voor een periode van 3 jaar is.

Heeft u hulp nodig of wilt u over deze materie sparren dan horen wij het graag!

door Linda van der Aa 2 juli 2025
Handige weetjes: Wanneer u als werkgever zelf een BBL-leerling invoert in NMBRS, ontvangen wij graag van u een seintje, samen met het contract/praktijkovereenkomst. Dit i.v.m. het toepassen van de juiste ( lagere) WW-premie bij de leerling. Lage-inkomensvoordeel (LIV): Het LIV is per 1 januari 2025 afgeschaft, maar de uitbetaling van het LIV 2024 vindt nog wel plaats in juli/augustus 2025. Geen LKV meer voor oudere werknemers. Werkgevers die een werknemer van 56 jaar of ouder in dienst nemen, kunnen vanaf 1 januari 2026 geen loonkostenvoordeel (LKV) meer krijgen. Dit geldt voor werknemers die op of na 1 januari 2024 bij de werkgever in dienst zijn gekomen. Voor werknemers die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden.
door Linda van der Aa 2 juli 2025
Team nieuws Venlo : Per mei is Frans Stammen niet meer werkzaam op ons kantoor in Venlo. Simone van Gardingen is per juni begonnen aan een nieuwe uitdaging in haar carrière. Wij wensen hun veel succes en plezier met hun nieuwe stap. In mei is ons team Venlo uitgebreid met Patrick Briels . Daarnaast is er ook nog babynieuws: Deveny is in mei moeder geworden van een gezonde zoon, genaamd Oos!
door Linda van der Aa 2 juli 2025
Rapportagetool
door Linda van der Aa 1 juli 2025
Zomervakantie De zomervakantie staat voor de deur. Ook wij gaan dan ontspannen met onze gezinsleden waardoor de bezetting minimaal zal zijn. Om alle verwerkingen in goede banen te leiden en mutaties tijdig te kunnen verwerken, verzoeken wij u om, zodra de mutaties bekend zijn, dit aan ons door te geven. Hoe eerder, hoe makkelijker! LET op: Week 31 en 32 beperkt bereikbaar. Ons kantoor is dan fysiek gesloten en we zullen dan alleen per email bereikbaar zijn!!
door Linda van der Aa 1 juli 2025
CAO verhogingen in juli: Bakkersbedrijven (ambachtelijk): 2% Bouw & Infra: 1% Geestelijke gezondheidszorg: 1% Grafimedia: 4% Horeca (KHN): functiegroep I+II stijging wettelijk minimumloon, III t/m XI 1% verhoging basis- eindlonen. Levensmiddelen detailhandel: 1,5% Recreatie: 0-2% afhankelijk van de inflatie/ consumentenprijsindex Retail non food: stijging wettelijk minimumloon Textielverzorging: verhoging uurlonen €0,60 Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT): 4% Het is belangrijk om de specifieke cao van je sector te raadplegen voor de exacte afspraken over loonsverhogingen.
door Linda van der Aa 1 juli 2025
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Wilt u als werkgever een praktijk- of werkleerplaats aanbieden, zodat mensen beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt? De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die u maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Ook de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio) komen voor subsidie in aanmerking. Hoogte is maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Niet elke opleiding, onderwijsvorm of leerweg komt in aanmerking. De voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, verschillen per onderwijscategorie. Lees de voorwaarden per onderwijscategorie hier . Enkele voorwaarden: U als werkgever van een vmbo-leerling, pro-leerling, vso-leerling, mbo-bbl-student of een hbo-student beschikt over de volgende stukken in de administratie: een (praktijkleer)overeenkomst die door alle noodzakelijke partijen is getekend; een aanwezigheidsregistratie van de student bij de beroepspraktijkvorming op dag- of weekbasis. Dit kan bijvoorbeeld een uitdraai uit het digitaal tijdschrijfsysteem zijn, een presentielijst, of een geldig arbeidscontract samengaand met een afwezigheidsregistratie, zolang deze de aanwezigheid van de student in voldoende mate aantoont. De aanwezigheidsuren op school gelden niet als bewijs; een administratie waaruit blijkt dat begeleiding heeft plaatsgevonden (de voortgang van de beroepsvorming) en de wijze waarop het deel van de leerdoelen/kwaliteiten/kwalificaties met betrekking tot de beroepsvorming is behaald. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een (BPV-)werkboek van de student, gemaakte opdrachten in het kader van de opleiding of tussentijdse gespreks-, beoordelings- en evaluatieverslagen. Bewaarplicht van relevante documenten gedurende 5 jaar na het studiejaar waarvoor subsidie is verstrekt Een aanvraag indienen kan vanaf 2 juni 2025 9:00 uur tot en met 17 september 2025 , 17:00 uur voor het studiejaar 2024-2025. U vraagt de subsidie aan het eind van een school- of studiejaar aan, na afloop van de begeleiding.
door Linda van der Aa 30 juni 2025
Het wettelijk minimumuurloon gaat per 1 juli 2025 omhoog van € 14,06 bruto naar € 14,40. Dit is een stijging van 2,42% ten opzichte van het minimumloon van €14,06 per uur dat tot 1 juli 2025 gold. De stijging geldt ook voor uitkeringen zoals de AOW, bijstand en WIA. Alle werknemers vanaf 21 jaar hebben recht op het wettelijk minimumloon. Dit is het loon dat iedereen die werkt minimaal moet ontvangen. Voor jongere werknemers geldt het minimumjeugdloon. Klik hier voor de tabel minimumloon per uur naar leeftijd per 1 juli 2025
door Linda van der Aa 25 november 2024
This is a subtitle for your new post
door Linda van der Aa 25 november 2024
Het wettelijk minimumuurloon gaat per 1 januari 2025 omhoog van € 13,68 bruto naar € 14,06. Elk half jaar wordt het minimumloon geïndexeerd, waardoor het minimumloon meestijgt met de cao-lonen. Dit keer bedraagt de indexatie 2,75 procent. Per 2024 zijn de vaste minimum maand-, week- en daglonen verdwenen en geldt voor elke werknemer hetzelfde minimumuurloon. Het minimumuurloon wordt sindsdien altijd gebaseerd op een arbeidsomvang van 36 uur per week. De reden om die wijziging in te voeren was, dat het minimumuurloon voorheen gekoppeld was aan de fulltime werkweek in een bepaalde sector. In sommige sectoren is dit 36 uur, in anderen 40 uur. Daardoor viel het minimumuurloon in bepaalde sectoren lager uit dan in andere. Klik hier voor de bedragen per leeftijdscategorie.
door Linda van der Aa 25 november 2024
This is a subtitle for your new post
Show More