Blog Post

TikTakTikTak……WGA ERD of niet?

Linda van der Aa • sep. 20, 2016

De tijd vliegt…………1 oktober 2016 is het zo! Omdat enige haast geboden is zal ik niet volledig uitweiden over de veranderingen op het vlak van WGA en eigenrisicodragerschap. Hierover heeft u waarschijnlijk al genoeg gelezen en gehoord.

Wijzigingen

Op 1 januari 2017 treedt er een drietal wijzigingen op in het hybride stelsel van de WGA.

  • Allereerst vindt er een samenvoeging plaats van de verzekeringen WGA voor vaste dienstverbanden (WGA-vast) en de WGA voor flexibele dienstverbanden (WGA-flex). Werkgevers moeten hierdoor de afweging maken of zij zich voor het totale pakket WGA-vast en -flex verzekeren bij UWV of dat zij hiervoor eigenrisicodrager worden. Wordt u eigenrisicodrager voor de totale WGA dan geldt dat lopende WGA-flexuitkeringen met een eerste ziektedag vóór 1 januari 2017 als staartlasten bij het UWV mogen achterblijven.
  • Ten tweede mogen nieuwe eigenrisicodragers vanaf 1 januari 2017 zowel lopende WGA-flex als WGA-vast uitkeringen achterlaten bij het aangaan van het eigenrisicodragerschap.
  • Tot slot gaat voor werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap terugkeren bij UWV een nieuwe terugkeerpremie gelden. Voor deze werkgevers wordt bij de publieke premieberekening WGA ook rekening gehouden met WGA-uitkeringen uit het verleden.

Door deze wetswijzigingen is het verstandig om uw keuze tussen het UWV en een private assuradeur te heroverwegen.

Overwegingen om eigenrisicodrager te worden / blijven:

  1. Premie / kosten
    Het UWV maakt onderscheid in de premieberekening tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven.
    Klein : Loonsom lager dan € 322.000: u betaalt aan het UWV een vaste sectorpremie via de loonaangifte. Het voordeel van de UWV-premie voor deze groep is dat de schommelingen in premie waarschijnlijk beperkt zullen zijn, omdat de premie gebaseerd is op de gemiddelde WGA-instroom van de gehele sector.
    Middelgroot : Loonsom tussen € 322.000 en € 3.220.000: u betaalt deels een vaste premie gebaseerd op het sectorgemiddelde en deels een individuele premie. Hoe hoger de loonsom, hoe hoger het aandeel van de individuele premie.
    Groot : Loonsom meer dan € 3.220.000: u betaalt een individuele premie, gebaseerd op de instroom in de WGA van uw eigen (ex-)werknemers. De minimumpremie 2017 WGA bedraagt 0,18% en de maximumpremie 2,96%.
  2. Zelf de regie voeren bij verzuim en re-integratie of uitbesteden.
    Private verzekeraars pretenderen om samen met de werkgever beter in staat te zijn om een actieve bijdrage te leveren aan een goed verzuimbeleid.

Welke scenario’s kunnen we bedenken en welke deadlines komen dan inzicht?

  • U bent nu eigen risicodrager voor de WGA-vast en wil dat handhaven.
    U zult dan in 2017 ook eigen risico-drager zijn voor de WGA-flex. Daarnaast zullen vele assuradeuren eisen dat u ook eigen risico-drager wordt voor de ZW-flex en een bepaalde soort ziekteverzuim-verzekering afsluit. Alleen zo kunnen ze samen met u en alle instrumentaria ervoor zorgen dat het ziekteverzuim laag blijft/wordt en de instroom in eventuele ZW en WGA minimaal. Raadpleeg dus goed de eisen en voorwaarden van de assuradeuren.Accepteert u hun aanbod dan dient u eventueel bij de belastingdienst voor 1 oktober 2016 uw eigen risicodragerschap voor de ZW-flex aan te vragen en voor 31-12-2016 een nieuwe garantieverklaring van de assuradeur of een bankgarantie voor te leggen bij de belastingdienst.
  • U bent nu geen eigenrisicodrager voor de WGA-vast, maar wilt dit in 2017 wel!
    U dient voor 1 oktober 2016 uw aanvraag voor het eigen risico-dragerschap bij de belastingdienst in te sturen. Tevens zult u voor 31-12-2016 een garantieverklaring van de assuradeur of een bankgarantie voor te leggen bij de belastingdienst.
  • U bent nu eigen eigenrisicodrager voor de WGA-vast, maar wilt terug naar het publieke stelsel.
    Doet u niets dan bent u per 1 januari 2017 automatisch verzekerd voor de WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex bij het UWV. U gaat dan dus terug naar de publieke verzekering. Uw huidige assuradeur op de hoogte brengen van deze beslissing willen wij u wel adviseren.
  • U bent nu geen eigenrisicodrager voor de WGA-vast en wilt ook in het publieke stelsel blijven.
    Hiervoor is geen actie van uw zijde vereist.

Eindbeschouwing

Al met al en lastige keuze, maar laat u niet gek maken door de deadline van 1 oktober 2016. Lukt het niet om alle informatie op tijd ter beschikking te krijgen om een weloverwogen beslissing te nemen dan kunt u altijd per 1 juli 2017 eigen risicodrager worden of terugkeren naar het UWV. U kunt uw bedrijf aan- (of af)melden bij de Belastingdienst op twee momenten in het jaar, vóór 1 april of vóór 1 oktober. U wordt dan respectievelijk per 1 juli of per 1 januari eigenrisicodrager of niet. Daar waar een nieuwe garantieverklaring nodig is, regel dit op tijd, omdat een terugkeer naar het UWV altijd voor een periode van 3 jaar is.

Heeft u hulp nodig of wilt u over deze materie sparren dan horen wij het graag!

door Linda van der Aa 12 jul., 2023
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 12 jul., 2023
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2022/2023 loopt van 2 juni 2023 tot en met uiterlijk 16 september 2023 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door Linda van der Aa 30 nov., 2022
Wettelijk minimumloon januari 2023
door Linda van der Aa 21 jun., 2022
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2021/2022 loopt van 2 juni 2022 tot en met uiterlijk 16 september 2022 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Weken die door bv COVID -19 niet zijn gewerkt en begeleid tellen bij wijze van uitzondering wel mee! Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door Linda van der Aa 21 jun., 2022
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 22 nov., 2021
Fiscaal gunstige keuzes die u heeft bij Sinterklaas en Kerst
door Linda van der Aa 22 nov., 2021
Wettelijk minimumloon januari 2021
door Linda van der Aa 28 jul., 2021
Door de verhoging is het minimumloon voor een werknemers van 21 jaar en ouder € 1.701 per maand, € 392,55 per week en € 78,51 per dag. De bedragen voor het wettelijk minimumloon gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Om het minimumloon per uur te berekenen, moet het minimumloon per week gedeeld worden door het aantal uren dat een fulltime werkweek bedraagt. In de onderstaande tabel vindt u deze minimumuurlonen per 1 juli 2021. Geldt in uw organisatie een ander aantal uren als fulltime, dan deelt u het minimumloon per week door dat aantal uren. De nieuwe tabel vindt u op hier .
door Linda van der Aa 28 jul., 2021
Graag attenderen wij u op de subsidieregeling praktijkleren die ook dit jaar weer beschikbaar wordt gesteld. Als uw bedrijf het afgelopen cursusjaar een leerling praktijkbegeleiding heeft gegeven, kunt u onder voorwaarden weer een bedrag ontvangen tot € 2.700 per leerling. Het maximale subsidiebedrag van € 2.700 is gebaseerd op minimaal 40 weken begeleiding. Bij een lager aantal weken begeleiding wordt het subsidiebedrag bijgesteld. De aanvraagronde voor het studiejaar 2020/2021 loopt van 2 juni 2021 tot en met uiterlijk 16 september 2020 (17:00 uur). Om in aanmerking te komen, moet er onder andere aan de volgende criteria worden voldaan: De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt; De voorwaarden voor de subsidie verschillen per onderwijscategorie. Zie hier voor alle voorwaarden ; De werkgever houdt de benodigde administratie bij en bewaart dit 5 jaar; Er dient een geldige praktijkleerovereenkomst te zijn tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de deelnemer; Het moet gaan om een diploma gerichte opleiding die staat geregistreerd in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo); Het subsidiebedrag is maximaal € 2.700 per deelnemer per studiejaar bij minimaal 40 begeleidingsweken. Alleen de weken waarin daadwerkelijk begeleiding is gegeven tellen mee. Weken die door bv COVID -19 niet zijn gewerkt en begeleid tellen bij wijze van uitzondering wel mee! Per deelnemer dienen wij de startdatum en einddatum door te krijgen (deze kunnen dus afwijken van hetgeen in de praktijkleerovereenkomst is aangegeven) Een subsidieaanvraag kan ingediend worden na afloop van de begeleiding in het betreffende studiejaar. Heeft u een van bovengenoemde leerlingen/studenten in dienst (gehad)? Wij zijn u graag behulpzaam bij het toetsen van de voorwaarden en het aanvragen van de subsidie. De besteedde tijd zal separaat in rekening gebracht worden.
door KWIS 28 jul., 2021
Vanaf 1 augustus worden de premiepercentages van de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds voor de rest van het jaar 2021 verlaagd. De reden hiervan is het intrekken van de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Voor beide premiepercentages geldt een daling van 2,36%: Het premiepercentage van de lage premie – over het loon van werknemers met een vast contract – wordt verlaagd van 2,7% naar 0,34%. Het premiepercentage over het loon van andere werknemers daalt van 7,7% naar 5,34%. Het verschil moet wettelijk gehandhaafd blijven op 5%. De verlaging geldt voor het loon dat een medewerker vanaf 1 augustus geniet. Voor werkgevers die per vier weken de aangifte loonheffingen doen, geldt de verlaging voor loon dat vanaf 16 augustus 2021 (periode 9) wordt genoten. Als een werkgever de Awf-premie van laag naar hoog moet herzien, moet hij het hoge premiepercentage betalen dat gold in het tijdvak waarover hij de eerdere aangifte deed. In de wet WAB is bepaald dat u alsnog de hoge WW-premie moet betalen als: u uw werknemer meer uren betaalt dan in zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen, en; het verschil met de verloonde uren meer dan 30% is. Deze herziening is voor 2021 wederom opgeschort!
Show More
Share by: